Zwart is waar je bent, zwart is wat je voelt.
Knielend op de grond met de palmen bij elkaar kijkend en biddend naar de hemel. Je wilt niet meer in leven zijn.
Verlaten als een oude kameel in de Sahara woestijn.
Verdoofd van pijn, leid je je leven in een verkeerde tijdlijn.
Gestraft of gevangen is nooit wat je wou zijn.
Een stout kind met een zak zout met Sinterklaas “Is niet wat je wou zijn”.
De kleuren en de prachtige melodieen geforceerd ontnomen uit het wezen.
De hemel donkerder dan gewoonlijk en de sterren een voor een uit de hemel verdwenen.
Het gevoel van “verlaten” is in je verschenen.
Je hoofd druk als een spitsuur.
Een tsunami van gedachtes sterk en puur luister je niet naar je eigen gezeur.
Eerst ging het makkelijk.
Nu gaat dat mateloos moeilijk.
Wanhopig op de koude vloer huilend om het verlies.
Teruggetrokken met een naar beneden gericht hoofd in een zittende foetus houding met een trillende romp en energieloze ledematen.
Met een onbedwongen gevoel beginnen je tranen te komen.
Zacht op gang glijden de tranen op je wangen.
Regelmatig herhalend zeg je tegen jezelf “Verder leven is voor mij niet meer weggelegd”.
Met dwalende ogen starend naar de muren om je heen, met het gevoel dat je gezien wordt maar niet gehoord.
Je handen beginnen te trillen, ze voelen koud en levenloos.
De ooit levendige en warme handen, de handen waarmee je je liefje warm omhelsde.
Verwardheid krabbend op de betonnen muren proberen iets op te schrijven om zo gehoord te worden.
Schrikkend met een snel kloppend hart word je wakker.
Je voelt je warmer.
Op je voorhoofd voel je een paar warme zweetdruppels.
In een rustige beweging veeg je met je onderarm de druppels van je voorhoofd af.
Plotseling beginnen je lachspieren zich vorm te geven.
Een glimlach die je nooit zult vergeten.
Naast je, daar lag ze de mooiste vrouw van je leven.
Subtiel zet je je kussen half op haar kussen.
voorzichtig schuif je bij haar tot theelepel positie, fluisterend in haar oor zeg je zachtjes monotoon `liefje ik hou van je en wil je onder geen enkele omstandigheden verliezen`.
Je gaf haar een kus op haar wang.
Je rechterhand omhelsde haar, strak hield je haar vast alsof je haar jaren niet gezien had.
Je liefje ligt veilig bij je. Met een zucht zeg je zachtjes tegen jezelf “het was gelukkig maar een droom”.
En langzaam viel je zachtjes weer in slaap.
Like ons op facebook en volg ons op twitter