Mijn goede vriend N. maakte mij er op attent dat ze op dit platform een schrijver zochten. Een allochtoon.
‘Ik ben geen allochtoon, weet niet wat je denkt,’ antwoordde ik. Jeetje, een schrijver ben ik in hart en nieren, maar een allochtoon? Eenmaal thuis aangekomen, maakte ik het mij gemakkelijk achter mijn laptop en googelde ik ‘allochtoon’. Je bent een allochtoon als één van je ouders in het buitenland geboren is.
Mijn moeder is geboren op Java, Indonesië, en is, op vijfjarige leeftijd samen met mijn oma naar Nederland gekomen. Ik ben dus inderdaad een allochtoon.
Ik groeide op in een ‘blanke’ buurt; alleen mijn ma, yours truly en een Surinaams gezin op de hoek kleurden de boel een beetje op. Grappig trouwens, vroeger was het gewoon een buurt. Een wijk. Nu ik ouder ben en dit stuk schrijf, is het opeens een ‘blanke buurt’. Volwassen mensen maken alles ingewikkeld. Nooit hoorde ik op het schoolplein bij de klimrekken ‘Allochtoon, kom je verstoppertje spelen?’ of tijdens de gymlessen ‘Alle buitenlanders verzamelen voor apenkooitje’. Never.
‘Wat vind jij er nu van, van die vluchtelingen?’ vroeg een buurjongen mij laatst. Uhm? Ik vind er niets van, is dat gek? Als er mensen zijn die hulp nodig hebben, help ze dan. That’s it. We zijn maar wat bang dat we iets van onze rijkdommen in moeten leveren. Dat we het een tikkie slechter hebben. Oops. Tóch een mening. Wat mij betreft, mag het vak ‘zelfliefde’ per direct op de basisschool gegeven worden. En moet het een verplicht onderdeel zijn van je vakkenpakket tijdens de middelbare school. Waarom? Omdat het daarmee begint. Wanneer we van jongs af aan al leren dat het bij onszelf begint, dat we leren om voor onszelf na te denken en over onszelf, aandacht te besteden aan onze binnenkant, ontwikkeling en groei, lijkt het mij dat uiterlijkheden en het napraten van andere mensen niet of nauwelijks meer speelt.
Baby’s zijn niet racistisch, peuters en kleuters ook niet, maar dan begint het kopieer-gedrag en het napraten. Onnadenkend het soms gemene gedachtegoed verspreiden van ouders, ooms, tantes, buren en vrienden. Soms jat ik liever dan dat ik bedenk en dus sluit ik af met Marcus Aurelius:
Everything we hear is an opinion, not a fact. Everything we see, is perspective and not the truth.