Interview door: Willemijn de Koning
Zijn Arubaanse moeder zag hem liever als advocaat; toch werd hij mede dankzij haar een succesvol radio DJ. Want toen hij het programma ‘Hey DJ’ zag op BNN en riep ‘Dat kan ik ook!’ was het zijn moeder die hem ertoe zette zich op te geven. Hij kwam als enige DJ mét kleur, maar zónder radio ervaring in de finale en daarna ging het snel met Fernando Halman.
Kort na zijn deelname aan ‘Hey DJ’ loopt hij een reporter van radio FunX tegen het lijf. Zij is zo onder de indruk van Fernando’s persoonlijkheid dat ze hem uitnodigt op de redactie van de radiozender. Het duurt niet lang of hem wordt een baan als presentator aangeboden. Toch neemt hij deze niet meteen aan.
Ik twijfelde, want ik wilde eigenlijk verder gaan met mijn eerste liefde: de muziek.
Uiteindelijk zegt hij ‘ja’ en tien jaar later is hij genomineerd voor de RadioRing 2014.
“Vorig jaar was ik voor de eerste keer genomineerd voor deze prestigieuze radioprijs. Toen hebben vrienden, bekend en onbekend, mij geholpen om stemmen te werven. Ze spraken bijvoorbeeld iets in voor mijn radioshow of maakten een filmpje. Ik zou liegen als ik zeg dat ik niet zou willen winnen, maar wat ik nog belangrijker vind dan winnen, is dat mensen mij die prijs gunnen en me steunen om hem te winnen.”
Ik kijk niet naar kleur, maar naar talent.
Vorig jaar heeft hij hem helaas niet gewonnen, maar niet getreurd; dit jaar staat hij weer in de lijst met genomineerden. Hierin zijn trouwens opvallend weinig kleurtjes te bekennen. “Ik let daar niet op, weet je dat? Ik kijk niet naar kleur, maar naar talent. Ik vind het een tekortkoming als mensen dat wel doen.” Halman gaat verder. “Als je een niet-Westerse achtergrond hebt, denken mensen al snel dat je alleen in de urbanwereld thuis hoort. Maar de grap is: ik ga ook naar een Guus Meeuwis concert. Ik heb niet alleen Rihanna en Ali B geïnterviewd, maar ook Maxima en Pechtold.”
Pas als je het onderste uit de kan hebt gehaald en het lukt niet, kun je zeggen dat iets niet is gelukt.
Minder kansen krijgen omdat je een andere afkomst hebt; daar wil hij dan ook niets van horen. “Ik geloof in kansen creeëren. Ik hou niet van mensen die in de slachtofferrol gaan zitten, omdat ze gekleurd zijn. Misschien moet je harder werken, ja. Maar dat vind ik niet erg. Op de basisschool gaven ze mij ook een MAVO advies. Dat motiveert mij alleen maar om verder te komen. Ik heb toen zo hard gewerkt dat ik op het VWO terecht kwam.” Die mentaliteit heeft hij van zijn Arubaanse moeder. “Zij heeft mij alleen opgevoed, maar er ontbrak me niets. Ik zag dus aan haar dat je hard moet werken, maar ze zei het ook altijd.” Hij citeert zijn moeder: “Waar je ook bent, werk hard. Pas als je het onderste uit de kan hebt gehaald en het lukt niet, kun je zeggen dat iets niet is gelukt.”
Hoezo, Arubanen komen te laat? Ik heb al tien jaar een ochtendshow en heb hem nog nooit gemist.
Die Arubaanse roots hebben Halman meer gegeven dan alleen een vechtersmentaliteit. “Ik ben gewoon een Nederlander, maar wel met een Arubaanse jus eroverheen. En dat zorgt ervoor dat ik naast alle Nederlandse gebruiken, ook de Caribische gebruiken ken en me thuis voel in die cultuur. Ook ben ik in het Engels opgevoed, dus kan ik in vloeiend Engels internationale artiesten interviewen.” Negatieve vooroordelen verwerpt hij lachend. “Hoezo, Arubanen hebben veel kids? Ik ben 33 en ben nog geen vader.” Hij gaat nog even door. “Hoezo, Arubanen komen te laat? Ik heb al tien jaar een ochtendshow en heb hem nog nooit gemist.”
Naast de radiowereld ontwikkelt Fernando zich met de naam ‘Dulzura’ ook als producer. “Ik heb altijd muziek gemaakt en dat superleuk gevonden. Vroeger dacht ik dat ik muziek niet kon combineren met de radio, dus heb ik het op een laag pitje gezet. Maar ik merkte dat ik ongelukkig werd. Toen keek ik naar Edwin Evers en zag dat hij het wel kan combineren. En wat hij kan, kan ik ook.” En dat blijkt. Zijn WK-nummer ‘Holanda’ was deze zomer een klein succes. Dat is niet voor niets; hij denkt diep na over de nummers die hij maakt. “Ik wilde een nummer maken waar de Portugese taal in verwerkt was om ook alle Portugees sprekende mensen te vertellen dat Nederland écht voor die wereldtitel ging.”
Halman gebruikt muziek om culturen en talen samen te brengen. “We zijn altijd bezig met kijken naar verschillen, maar ik kijk liever naar mooie dingen die verschillen teweeg kunnen brengen, zoals muziek. Daar kun je andere talen en stijlen in gebruiken en mensen zo trakteren op iets nieuws. Dat is wat ik doe.” Zo heeft hij nu het nummer ‘Leve les mains en haut (Put your hands up)’ uitgebracht, waar maar liefst vier talen in zijn verwerkt. De Nederlandse Reazun rapt in de taal die hij heeft geleerd om met zijn vriendin te kunnen communiceren: Frans. La Baby voegt een Latin tintje toe met haar Spaans, rapper Jon Tarifa laat zijn beste Albanees horen en de in Turkije succesvolle Sansar Salvo neemt het Turks voor zijn rekening. Fernando is beretrots op deze samenwerking. “Muziek is een universele taal, want in de muziek heeft iedereen dezelfde instelling. Dat merkte je in dit nummer ook: iedereen wil zich van zijn beste kant laten horen.” Fernando werkt veel met aanstormend talent. “Ik vind het mooi om met nieuw talent te werken. Voor mijn item ‘Nandoleaks’ in mijn ochtendshow, doe ik dat ook. Ik laat daar muziek horen van aanstormende talenten. Zo heb ik onder andere deze talenten leren kennen.”
Maar Fernando wil meer. “Ik vind dat we in muziek meer moeten mengen; meer stijlen en meer talen. Ik zou bijvoorbeeld wel Koreaans in mijn volgende nummer willen hebben, of Arabisch. Hoe meer je mengt in de wereld, hoe minder ongelijkheid er is. Dat zie je ook in de voetbalwereld: een land selecteert voor het WK zijn beste spelers, die meestal een uiteenlopende afkomst hebben. Maar hoe gekleurd het team ook is; heel het gehele land is voor dat team.”
Vind jij dat Fernando Halman de radioring verdiend? Klik dan hier om op hem te stemmen.
Meer interviews met inspirerende voorbeelden lezen? Like ons dan op Facebook en volg ons op twitter